Hier wordt de bediening van het apparaat in essentie beschreven.
indrukken.
Het apparaat begint te koelen.
Er weerklinkt een waarschuwingssignaal, de temperatuurindicatie (vriesvak) knippert en
brandt omdat het vriesvak nog te warm is.
- Het waarschuwingssignaal met
uitschakelen.
gaat uit zodra de ingestelde temperatuur is bereikt.
Wanneer u het apparaat heeft ingeschakeld, duurt het tot enkele uren voordat de ingestelde temperatuur wordt bereikt.
Geen levensmiddelen in het apparaat doen voordat de temperatuur is bereikt.
- De behuizing rond het vriesvak wordt tijdelijk licht verwarmd. Dit voorkomt vorming van condenswater in de zone van de deurafdichting.
- Wanneer u de deur sluit, kan een onderdruk ontstaan. De deur gaat dan alleen moeilijker open. Wacht een ogenblik tot de onderdruk wordt gecompenseerd.
indrukken.
Het apparaat koelt niet meer.
Nadat u het apparaat heeft ingeschakeld, kunt u de temperatuur instellen.
Koelvaktemperatuur instellen
- Zo vaak op
/
(koelvak) drukken tot de temperatuurindicatie (koelvak) de gewenste temperatuur toont.
De aanbevolen temperatuur in het koelvak bedraagt 4 °C.
Temperatuur verskoelruimte instellen
Aanwijzing De temperatuur in de verskoelruimte wordt op circa 0 °C gehouden.
Vriesvaktemperatuur instellen
- Zo vaak op
/
(vriesvak) drukken tot de temperatuurindicatie (vriesvak) de gewenste temperatuur toont.
De aanbevolen temperatuur in het vriesvak bedraagt −18 °C.