Functiestoringen
- Apparaat werkt niet.
- Apparaat koelt niet, indicaties en verlichting branden.
- LED-verlichting functioneert niet.
- De koelmachine schakelt vaker en langer in.
- Automatisch supervriezen schakelt niet in.
- Home Connect functioneert niet correct.
- Er verschijnt E of d op het temperatuurdisplay.
- Temperatuurindicatie (vriesvak) knippert.
- Er klinkt een waarschuwingssignaal, het temperatuurdisplay (vriesvak) knippert, en het symbool brandt.
- Temperatuur wijkt erg af van de instelling.
- Bodem van het koelvak is nat.
- Het apparaat borrelt, zoemt of gorgelt of klikt.
- Apparaat produceert geluiden.
- Het apparaat ruikt onaangenaam.